Begroting 2021 -2024

Duurzaamheid, Milieu en afval

Ontwikkelingen

Klimaatakkoord

In het Klimaatakkoord is opgenomen dat elke regio in Nederland een Regionale Energie Strategie (RES) opstelt. De RES legt vast welke opgave voor duurzame opwek van energie de regiogemeenten voor 2030 gaan realiseren. Daarbij is de RES, met daarin de Regionale Structuur Warmte (RSW), ook een belangrijke bouwsteen voor de gemeentelijke transitievisie warmte en het uitvoeringsplan op wijkniveau.

Binnen de regio Hart van Brabant zijn de gemeenten eind 2018 gestart met het RES-traject zodat er in 2020 een concept-RES kon worden gepresenteerd, waarna in 2021 een definitieve versie volgt. Deze RES beschrijft welke energiedoelstellingen de regio wil behalen en welke strategie de regio hierbij hanteert. De RES geeft inzicht in de mogelijkheden voor regionale opwekking en besparing, verdeling van de warmtebronnen, de gevolgen voor de energie-infrastructuur en een overzicht van de lopende en geplande projecten. Verder wordt ook klimaatadaptatie in de RES opgenomen. Daarom spreekt men inmiddels van een Regionale Energie en Klimaat Strategie (REKS).
Lokale en regionale beleidsontwikkeling gaan redelijk gelijk op. Dit geeft de mogelijkheid om beleidsontwikkeling af te stemmen en te stroomlijnen. De onderstaande Heusdense richtinggevende documenten zijn hiervoor (2019/2020/2021) in ontwikkeling, of reeds vastgesteld:

  • Visie zonne-energie (vastgesteld)
  • Visie windenergie (vastgesteld)
  • Routekaart verduurzaming gemeentelijk vastgoed (2018)
  • Plan van aanpak verduurzaming gemeentelijk vastgoed (2019)
  • Klimaatstresstest en risicodialoog (in ontwikkeling)
  • Transitievisie Warmte (in ontwikkeling)

Omgevingswet

De Omgevingswet wordt naar verwachting per 2022 van kracht en heeft consequenties voor het gemeentelijk beleid. De consequentie van de Omgevingswet is onder andere dat de gemeente samen met de inwoners meer ruimte krijgt om eigen afwegingen te maken binnen het gemeentelijk beleid.

Het stelsel van structuurvisie, bestemmingsplan en omgevingsvergunning wordt vervangen door een nieuw instrumentarium van omgevingsvisie, omgevingsplan, mogelijke programma’s en een verder geïntegreerde omgevingsvergunning. Daarnaast wordt met ingang van 1 januari 2022 het Digitaal stelsel omgevingsrecht (DSO) operationeel. Dit jaar staat dan ook in het teken staan van het voorbereiden van  de omgevingsvisie en het voorbereiden van de organisatie op het werken met het nieuwe digitale stelsel.

Geluid

De huidige geluidregelgeving (Wet geluidhinder, hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer en de daarbij behorende uitvoeringsregelgeving) gaat op in het stelsel van de Omgevingswet.

Bodem

Via de Aanvullingswet bodem Omgevingswet en het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet worden de regels voor bodem onderdeel gemaakt van de Omgevingswet. Het is de bedoeling dat aanvullingswet en -besluit gelijktijdig met de Omgevingswet in werking treden. Als bronhouder levert onze gemeente gegevens aan die nodig zijn voor de Basisregistratie Ondergrond (BRO). De BRO bevat onder andere gegevens over geologische en bodemkundige opbouw en is nog in ontwikkeling.

Afval

Via het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) wil het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de hoeveelheid afval die wordt gestort en verbrand halveren. Het coalitieprogramma stelt dat in 2022 de hoeveelheid restafval nog maar 30 kilogram per inwoner mag zijn. In het manifest ‘Energiek met afval’ van de Vijf van de Meierij is opgenomen dat in 2030 er minder dan 5 kilogram restafval per inwoner mag overblijven.

Klimaatstresstest & risicodialoog

Vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie is in 2019 en 2020 een klimaatstresstest uitgevoerd. Aansluitend daarop worden in 2020 risico/klimaatdialogen gevoerd die mogelijk leiden tot aanpassingen en aanvullingen in gemeentelijk beleid. Dit krijgt in 2021 zijn beslag in de vorm van een gemeentelijke klimaatstrategie.

Warmtetransitie

In het Klimaatakkoord is opgenomen dat de gebouwde omgeving in Nederland in 2050 aardgasvrij is. Daarbij is als tussendoel gesteld dat in 2030 al 1,5 miljoen woningen of andere gebouwen aardgas vrij zijn. Voor de uitvoering is door het Rijk de regie neergelegd bij de gemeenten. Zij staan dus aan de lat voor deze grootschalige verbouwing van Nederland. Want, naast dat alle gebouwen een alternatieve warmtevoorziening moeten krijgen, moet ook de energiebehoefte van de gebouwen zoveel als mogelijk verminderd worden. Dat kan bijvoorbeeld door te isoleren.

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2020 11:25:19 met de export van 11/04/2020 11:10:28