Lokale heffingen

Rioolheffing

De heffing is bedoeld om de kosten te verhalen die de gemeente moet maken voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater. De huidige rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Verwachte kosten
De gemeente is wettelijk verplicht om haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. In totaal verwachten we het komende jaar € 3.364.000 aan kosten te maken om deze zorgplichten na te komen. Deze kosten vallen uiteen in kosten van het taakveld riolering, het taakveld verkeer en vervoer en daarnaast een deel van de overhead dat wordt toegerekend aan deze activiteiten.

• Taakveld riolering: dit betreft voornamelijk het daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater;
• Taakveld verkeer en vervoer (0,8%): het schoonmaken en schoonhouden van de wegen draagt bij een goed werkend rioleringssysteem waardoor water kan worden afgevoerd;
• Taakveld overhead (9,9%): dit is het aandeel in de kosten die worden gemaakt voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Toerekening vindt plaats op basis van de totale directe kosten die betrekking hebben op de riolering.

Herkomst middelen

De gemeente kan de kosten verhalen die gemaakt worden voor het nakomen van de zorgplichten die de wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken aan de gemeente oplegt. De maatregelen die de gemeente hiervoor neemt staan genoemd in het Waterplan 2018-2022 vastgesteld door de gemeenteraad op 3 juli 2018. Hierbij is de keuze gemaakt voor een afkoppelambitie van 60% in 60 jaar en is gekozen voor een spaarvariant zonder BTW toerekening over de toevoegingen aan de voorziening riolering. Tevens heeft de gemeenteraad ingestemd met de rioolheffing die hoort bij de gekozen financieringsvariant. De tarieven 2021 worden verhoogd met 5,4% en 1,8% inflatiecorrectie conform de gekozen financieringsvariant van het Waterplan 2018 – 2022. Tijdens de behandeling van de voorjaarsnota is een motie aangenomen waarin het college is verzocht onderzoek te doen naar de wijze waarop er een wezenlijk verschil gemaakt kan worden in de door de gemeente opgelegde lasten tussen de groep 1 persoonshuishoudens en de groep meerpersoonshuishoudens. Hiertoe behoort dus ook de rioolheffing. De grondslag voor de heffing is het waterverbruik. Om een meer duurzame omgang met water te stimuleren is in het coalitieprogramma reeds opgenomen dat het college in de huidige waterplanperiode de praktische werkbaarheid en wenselijkheid van een gedifferentieerde rioolheffing zal onderzoeken. Het onderzoek hiernaar is reeds gestart maar nog niet afgerond. Het college stelt voor om de hierboven genoemde motie mee te nemen in het onderzoek van het coalitieprogramma en dit integraal onderdeel te laten zijn van het nieuwe waterplan dat in 2021 aan de raad ter vaststelling zal worden voorgelegd.
Bij de afronding van de bedragen is er rekening mee gehouden dat een tarief ontstaat dat deelbaar is door 12, in verband met de mogelijkheid van afrekening per maand.

De tarieven 2021 worden daarmee als volgt:

Op basis van deze verhoging wordt de opbrengst van de rioolheffing geraamd op een bedrag van
€ 4.226.000.