Begroting 2021 -2024

Home

Financiële begroting

Programma  Sport en cultuur

 

Rekening 2019

Begroting incl. wijzi-gingen 2020

Begroting 2021

Verschil

Financiën (* 1.000)

Lasten

7.833

7.662

7.532

-130

Baten

1.692

1.790

1.776

14

Saldo

-6.141

-5.871

-5.757

114

Mutaties reserves

Stortingen in reserves

-

-

-

Onttrekkingen uit reserves

35

9

-

Per saldo mutaties reserves

35

9

-

Saldo inclusief mutaties reserves

-6.106

-5.862

-5.757

 

Toelichting begroting 2021 ten opzichte van begroting 2020 na wijziging:

Voornaamste verschillen:

Sport

In de begroting van 2021 worden meer uren toegerekend aan sport, het betreft hier met name een verschuiving van het taakveld recreatie.

-70.000

Per 1 januari 2021 start het sportbedrijf met een nieuwe software applicatie. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten en jaarlijkse licentiekosten worden verantwoord op het taakveld sport. Voorheen gebeurde dit onder overhead, het betreft dus met name een verschuiving van kosten.

-32.000

De rentelasten van sporthal Dillenburcht dalen als gevolg van de verlaging van het rentepercentage van 1,4% naar 1,0% (€ 24.000). Daarnaast zien we dat de energielasten structureel lager zijn dan begroot, dit budget is daarom met
€ 5.000 naar beneden bijgesteld.

29.000

Binnen de investeringskredieten voor de renovatie van de kunstgrasvelden bij RKDVC en VV Haarsteeg waren middelen gereserveerd voor Social Return on Investment. Het restant is opgenomen in de exploitatie om dit werk, na afsluiting van het krediet, voort te zetten. Het betrof een incidenteel budget.

25.000

De lagere kosten voor sportpark de Schroef worden met name veroorzaakt door lagere kapitaallasten (€ 75.000). Ook de kosten voor de ondersteuning van het burgerinitiatief de Schroef zorgde in 2020 voor hogere lasten ten opzichte van 2021 (€ 26.000). Tot slot nemen de huuropbrengsten van de verhuur van de hockeyvelden met € 24.000 toe. Hier staan echter ook nieuwe onderhoudskosten a € 9.500 tegenover (uitwerking raadsbesluit mei 2020). Verder zijn er nog enkele kleine verschillen, welke het totaal op € 120.000 brengen.

120.000

De vervanging van de toplaag van zes tennisbanen bij LTC De hoge heide leidt met ingang van 2021 tot hogere kapitaallasten.

-37.000

Het voordeel op sportpark de Hoge Heide betreft met name de uitwerking van het raadsbesluit tot vervanging en uniformering voor de hockey (mei 2020), waardoor enerzijds de huuropbrengsten en anderzijds de onderhoudskosten toenemen. Per saldo een plus van € 24.000.

24.000

Cultuur

Bij de jaarrekening 2019 is een bedrag van € 90.000 overgeheveld naar 2020 ten behoeve van de nog niet gerealiseerde ontvlechting van de nuts voorziening bij de renovatie van de Voorste Venne. Voor 2021 zijn geen incidentele kosten meer geraamd. Het totale voordeel ten opzichte van 2020 bedraagt € 108.000, het restant komt  door de lagere rentelasten als gevolg van de renteverlaging naar 1%.

108.000

Indexering van diverse subsidiebudgetten.

-35.000

Overige verschillen

-18.000

Saldo verschil

114.000

Toelichting op hoofdlijnen begroting 2021 ten opzichte van jaarrekening 2019:

Saldo begroting 2021

-5.757

Saldo jaarrekening 2019

-6.141

Voordelig verschil

384

Voornaamste verschillen:

Sport

Ten opzichte van 2019 worden er meer uren toegerekend aan het taakveld sport. Dit komt met name doordat er in 2019 sprake was van een openstaande vacature.

-155.000

De sloop van sportzaal de Hoge Heide leidde tot hogere lasten in 2019.

92.000

De kosten buitensport zijn lager, met name doordat de stelpost voor onderhoud en vervangingsinvestering met ingang van 2020 grotendeels is omgezet van een exploitatiebudget naar investeringsruimte in de vorm van kapitaallasten.

57.000

De onderhoudskosten sportgebouwen waren in 2019 hoger door een tweetal budgetoverhevelingen uit het voorgaande jaar.

144.000

Cultuur

Bij de jaarrekening 2019 is er in verband met de financiële problemen bij de Voorste Venne een bedrag van € 183.000 in de voorziening dubieuze debiteuren gestort. In dat jaar was er tevens nog een budget (€ 119.000) voor eenmalige kosten (waarvan een deel is overgeheveld naar 2020). Tot slot zijn de afschrijvingslasten in 2019 hoger, maar de rentelasten lager, wat het totaal voordeel in de begroting 2021 op € 296.000 brengt.

296.000

Door indexering zijn de diverse norm-, waarderings- en budget subsidies in 2021 hoger dan in 2019.

-52.000

Overige verschillen

2.000

Saldo verschil

384.000

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2020 11:25:19 met de export van 11/04/2020 11:10:28