Begroting 2021 -2024

Home

Financiële begroting

Programma  Sociaal domein

 

Rekening 2019

Begroting incl. wijzi-gingen 2020

Begroting 2021

Verschil

Financiën (* 1.000)

Lasten

40.321

48.643

42.550

6.093

Baten

9.130

14.959

8.986

-5.973

Saldo

-31.191

-33.684

-33.565

120

Mutaties reserves

Stortingen in reserves

1.010

120

-

Onttrekkingen uit reserves

2.605

2.280

15

Per saldo mutaties reserves

1.595

2.160

15

Saldo inclusief mutaties reserves

-29.596

-31.524

-33.550

 

Toelichting begroting 2021 ten opzichte van begroting 2020 na wijziging:

Voornaamste verschillen:

Aan dit programma worden in 2021 minder interne kosten toegerekend.
In 2020 is formatie tijdelijk uitgebreid en incidenteel gefinancierd. Dit betreft enerzijds de aanjager zorg en veiligheid (€ 125.000). En anderzijds de tijdelijke inhuur ter vervanging van ziekte en werkdrukverlichting i.v.m. wachttijden (Aanmeldpunt € 86.000 overige ziekte € 43.000 en 1e berap € 166.000) en de begeleiding van het proces onderzoek sturing Sociaal Domein € 64.000). Daarnaast is rekening gehouden met de formatie procesbegeleider zorg en veiligheid.

400.000

De kosten voor hulp bij het huishouden (HBH) blijven stijgen. Voor een deel is dit het gevolg van een nog steeds merkbare stijging van het aantal cliënten als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. Daarnaast is rekening gehouden met een verwachte indexering van het tarief. Met ingang van de regionaal ingekochte HBH wordt gewerkt met verschillende intensiteiten. Het beeld ontstaat dat een aantal cliënten een indicatie in een hogere intensiteit krijgt vanwege de bandbreedte, waardoor sprake is van stijgende kosten. Ten opzichte van de verwachte ontwikkeling 2020 is rekening gehouden met 2% voor een toename van het aantal cliënten (groei) en een loon/prijsstijging van ongeveer 2%. Ten opzichte van 2020 ontstaat een groot nadeel omdat op basis van de meest recente prognose de raming veel te laag is. De kosten voor Persoons Gebonden Budgetten (PGB) bij HBH nemen af met ongeveer
€ 20.000.

-645.000

De verwachting is dat kosten voor begeleiding (Zorg in Natura, ZIN) ten opzichte van de begroting 2020 licht stijgen. De verwachte jaarlijkse indexering van tarieven en de lichte groei van het aantal cliënten lijkt nagenoeg binnen de voor begeleiding beschikbare middelen opgevangen te kunnen worden. Voor ZIN worden de kosten € 73.000 lager begroot. De kosten voor PGB begeleiding nemen naar verwachting met € 100.000 af. Er lijkt sprake van een verschuivingen van kosten naar meer maatwerk Wmo. Onder begeleiding valt ook het maatwerk Wmo en de out-of-the-boxoplossingen (inzet vanuit Wmo voor oplossingen die wel bijdragen aan de oplossing, maar feitelijk geen ondersteuning zijn). De kosten voor maatwerk Wmo nemen naar verwachting met € 59.000 toe.

114.000

Op basis van regionaal opgestelde herijkte begroting Jeugdhulp 2020 is conform de regionaal gemaakte afspraken voor 2021 een verhoging toegepast van 4,5%. Dit is voor de jaarlijkse prijsstijging en een verwachte groei. Op basis van tussentijdse prognose 2020 blijken steeds meer cliënten in landelijke zorg te zijn en dit is een dure vorm van hulp.
Hierbij is ook rekening gehouden met het bij afzonderlijk raadsbesluit en in de voorjaarsnota opgenomen bedrag van € 60.000 voor de kosten van praktijkondersteuners bij huisartsen. Hier tegenover staat een ingerekende besparing op jeugd hulp.
Bij de voorjaarnota 2020 was al duidelijk dat de kosten voor het gehele sociale domein fors zouden toenemen. Voor het onderdeel jeugd is in de voorjaarsnota al rekeningen gehouden met € 1.200.000 meerkosten.

-292.000

In 2020 is incidenteel een budgetoverheveling vanuit 2019 beschikbaar voor het Maatpact.

45.000

De kosten voor rolstoelvoorzieningen worden voor 2021 hoger geraamd. Het huidige lumpsum contract loopt af per eind 2020 en miv 2021 gaan nieuwe tarieven gelden. Deze tarieven moeten nog vastgesteld worden maar er wordt rekening gehouden met een forse tariefstijging van meer dan 10%. Daarnaast wordt voor het nieuwe contract uitgegaan van de nu bekende aantallen voorzieningen. Dit aantal is ongeveer 8% hoger dan het aantal waarvoor op basis van het huidige contract betaald wordt omdat de toename binnen de bandbreedte van 15 % afwijking bleef.

-163.000

De subsidies voor Sociaal Cultureel werk zijn lager dan in 2020.

26.000

In 2020 is incidenteel een budgetoverheveling vanuit 2019 beschikbaar voor het initiatief van het bestuur van dorpshuis Herpt (aankoop kerk).

250.000

In 2020 is incidenteel een budgetoverheveling vanuit 2019 beschikbaar voor lasten binnen de huisvesting, integratie en participatie van statushouders.

143.000

In 2020 is eenmalig een bedrag beschikbaar gesteld voor eenzaamheid. Hierdoor ontstaat in 2021 een voordeel ten opzichte van 2020.

100.000

De kosten voor schuldhulpverlening zijn lager begroot dan voor 2020.

51.000

De bijdrage aan Baanbrekers is voor het jaar 2021 iets lager vastgesteld dan de bijdrage 2020. Daarnaast is in 2020 sprake van een eenmalige bijdrage ad € 57.400 inzake de aanpak jeugdwerkloosheid.

94.000

De middelen die de gemeente ontvangt voor uitvoering van Participatie worden een op een doorgesluisd naar Baanbrekers. Over de jaren heen verschillen de bedragen. Voor 2021 wordt minder ontvangen dan over 2020. Op dit programma worden de lasten verantwoord en de rijksbijdrage wordt verantwoord bij de Algemene Dekkingsmiddelen.

17.000

Kosten voor de GGD zijn op basis van de voor 2021 vastgestelde begroting ongeveer € 62.000 hoger. Daarnaast zijn de bij de meicirculaire 2019 beschikbaar gestelde middelen voor de Wet verplichte GGZ voor 2021 € 9.000 hoger. Het budget voor ambulantisering van GGZ ad € 48.000 is vanaf 2021 ingezet voor de functie procesbegeleider zorg en veiligheid.

-23.000

Overige verschillen

3.000

Saldo verschil

120.000

Toelichting op hoofdlijnen begroting 2021 ten opzichte van jaarrekening 2019:

Specificatie verschil:

Saldo begroting 2021

-33.565

Saldo jaarrekening 2019

-31.191

Nadelig verschil

-2.374

Voornaamste verschillen:

Aan dit programma zijn voor 2021 minder interne kosten toegerekend.

18.000

De kosten voor hulp bij het huishouden zijn hoger als gevolg van tariefsverhogingen en een toename van het aantal cliënten dat een beroep op de voorziening doet. Daarnaast wordt vanaf medio 2019 gewerkt met verschillende intensiteiten waarbij merkbaar is dat een aantal cliënten een indicatie krijgt die net in een hogere intensiteit valt waardoor sprake is van stijgende kosten.  

-604.000

De kosten voor begeleiding zijn niet elk jaar gelijk. Dit is voor een deel ook het gevolg van tariefsverhogingen en anderzijds ook het gevolg de ontwikkeling van het aantal cliënten en de ontwikkeling van de kosten voor maatwerk Wmo. Voor 2021 worden de kosten iets lager ingeschat.

57.000

De kosten van de Jeugdzorg nemen fors toe de afgelopen jaren. Enerzijds is dit het gevolg van tariefstijgingen waardoor de zorg duurder wordt. Daarnaast zien we de aantallen jeugdigen in zorg stijgen en wordt er steeds meer maatwerk ten behoeve van jongeren ingezet.

-1.215.000

Met de invoering van het abonnementstarief voor de eigen bijdrage ontvangt de gemeente minder inkomsten uit eigen bijdrage die via het CAK ontvangen wordt.

-28.000

In de begroting 2021 is de bijdrage aan Baanbrekers conform de vastgestelde begroting opgenomen. Doordat de jaarrekening 2019 van Baanbrekers sluit met een voordelig resultaat is op basis van besluitvorming een bedrag terugbetaald aan de gemeenten. Ten opzichte van 2019 ontstaat nu een nadeel.

-910.000

De middelen die de gemeente ontvangt voor uitvoering van Participatie worden een op een doorgesluisd naar Baanbrekers. Over de jaren heen verschillen de bedragen. Voor 2021 wordt minder ontvangen dan over 2019 en dus ook minder doorgesluisd. Op dit programma worden de lasten verantwoord zodat hier een voordeel ontstaat. De rijksbijdrage wordt verantwoord bij de Algemene Dekkingsmiddelen.

191.000

Voor de verhoging van het taalniveau van statushouders zijn in aanloop naar het nieuwe inburgeringsstelsel door het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld € 61.000. Daarnaast zijn vanaf 2020 de kosten voor huisvesting, integratie en participatie van statushouders geraamd waardoor er een nadeel is van  € 47.000. Ten opzichte van 2019 zijn de lasten lager omdat niet alle beschikbare middelen besteed zijn in 2019.

67.000

Kosten voor de GGD zijn op basis van de voor 2021 vastgestelde begroting ruim € 96.000 hoger. Bij de meicirculaire 2019 zijn vanaf 2020 middelen beschikbaar gesteld voor de Wet verplichte GGZ. Hiervoor is een bedrag van € 39.000 geoormerkt.

-135.000

De kosten voor schuldhulpverleningen en armoedebestrijding zijn lager geraamd.

253.000

Overige verschillen

-68.000

0

Saldo verschil

-2.374.000

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2020 11:25:19 met de export van 11/04/2020 11:10:28